Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zodat hun landpale was van Mahanaim af, het ganse Bazan, het ganse koninkrijk van Og, den koning van Bazan, en al de vlekken van [24]Jair, die in Bazan zijn, [25]zestig steden. 24. Jair is van zijn vaderlijke afkomst uit den stam van Juda geweest, want Hezron, de zoon van Perez, was zijn grootvader uit den stam van Juda; maar de dochter van Machir, den zoon van Manasse, was zijn grootmoeder, 1 Kron.2:21,22, en omdat zijn grootmoeder Manasse tot grootvader gehad heeft, daarom wordt hij een zoon van Manasse genoemd, Num.32:41. Hij heeft ook den stam van Manasse gevolgd, onder welken hij zich zo kloekelijk gedragen heeft, dat hij zulk een groot land en erfdeel onder hen gekregen heeft. 25. Dit is het getal der steden, die deze stam in het koninkrijk Basan gehad heeft.